Het bos rukt op. Gelukkig
is dit niet het bos van Birnam,
zie ik geen dolken voor mij,
en maak ik me niet veel zorgen
over morgen morgen en morgen…
Wat zou ik graag weer eens
wat Shakespeare zien of doen.

(soms, en soms ook niet…)
Het bos rukt op. Gelukkig
is dit niet het bos van Birnam,
zie ik geen dolken voor mij,
en maak ik me niet veel zorgen
over morgen morgen en morgen…
Wat zou ik graag weer eens
wat Shakespeare zien of doen.
Vandaag was het
een goede vrijdag.
Vandaag vierde mijn moeder
haar tachtigste verjaardag,
en ondanks alles
was het echt
een goede vrijdag.
De volgende keer dat ze
haar tachtigste verjaardag viert,
wordt het
een nog betere vrijdag.
Iedere ochtend na het ontbijt
lees ik een gedicht
of twee of drie.
Vaak lees ik een gedicht
twee keer
of drie.
Soms begrijp ik er niets van
soms lach ik
soms juist niet.
Soms zie ik iets anders
staan dan
de woorden die er staan.
Dat gedicht krijgt
in de index
een streepje voor.
Ieder streepje is een
krasje minder
op de ziel.
Ik sta voor mijn raam en ik denk: ik laat
mezelf toch niet naar de knoppen gaan.
Hou vol, zegt de boom aan de andere kant,
ik stuur mijn knoppen wel naar jou.
De ruimte waar hij het beeld ontdekt is doodstil en vrijwel leeg. Aan één wand, tegenover de ramen, hangt een groot schilderij. Zijn oog wordt echter meteen getrokken door een buste op een hoge sokkel.
De afgebeelde vrouw is niet uitgesproken mooi of lelijk. Op straat zou ze hem niet opgevallen zijn. Hij kan niet zeggen waarom haar gezicht hem zo aanspreekt. Misschien is het het totale gebrek aan vertoon. Het marmer van de buste glimt, maar haar blik is tegelijkertijd dof.
Lees verder “Het beeld”
Kun je verliefd worden op een softwarepakket? Dat je iedere keer weer blij wordt als je het opstart, en een beetje verdrietig als je het weer sluit?
Tuurlijk.
Net als bij leuke vrouwen kom je ze niet heel vaak tegen, maar anders dan leuke vrouwen zijn ze meestal wel ‘beschikbaar’, en veel versiertrucs heb je ook niet nodig.
Zo heb ik mijn huidige lief ontmoette.
Lees verder “Een reclameblog”
In de holle aarde, daar waar nooit Italië was, staat een kleine jongen achter een boom. Hij heeft zich verstopt, maar zo nieuwsgierig als hij is, is de boom geen verstopplaats.
Vol verwondering kijkt hij naar de man aan de andere kant van de heg. Een man die er zonet nog niet was, voordat hij zijn fiets parkeerde en uit de boom klom.
Lees verder “De tovenaar (naar Dolf Zwerver)”
Onzichtbaar maar hoorbaar
en hard
wolken talloze kievieten boven
mijn hoofd.
Lees verder “In de Botanische Tuinen”
Te klein voor veren, te groot voor dons. Ze kijkt het nest rond, ziet de takjes en de andere dingen waarvan het is gemaakt, die zij niet begrijpt. De kruimels op haar bed, tekens van ouderliefde.
Lees verder “Veren”