Wat is het toch, dat vooral jongetjes zich gedurende hun jeugd een tijdlang zo aangetrokken voelen tot dinosauriërs? Het zal bij meisjes waarschijnlijk ook wel voorkomen, maar ik weet nauwelijks voorbeelden, terwijl ik weinig jongetjes ken die níét een tijdje in de ban van de sauriërs zijn geweest.
Ik dus ook. Ter verdediging van mezelf kan ik zeggen dat mijn interesse verder ging dan alleen de dino’s. Ik was geïnteresseerd in vrijwel alles wat in het bereik van de paleontologie lag. Prehistorische zoogdieren, voorlopers van de mens, dat viel er ook onder.
Maar ok, toegegeven, dino’s waren wel de absolute top.

Waar kwam dat vandaan? Het is vast voor een deel de verdienste van de serie Hoe en Waarom, die in de jaren zestig en zeventig erg populair was. Ik kreeg er verschillende delen van, en sleepte de rest mee uit de bibliotheek.
De boeken werden door de Zuid-Nederlandse Uitgeverij geproduceerd in een wit hard kaft met het kenmerkende logo in blauw en rood. Latere versies kwamen in soft-cover met meer kleur. Het waren vertalingen van de Amerikaanse How And Why Wonder Books. De opzet was altijd hetzelfde: na een korte inleidende tekst werden er allerlei vragen beantwoord in een format dat we nu kennen als de FAQ. Een beetje ouderwets belerend, dat wel, maar ik vond het allemaal razend interessant.
Mijn Hoe en Waarom Dinosauriërs moet ik vele malen hebben gelezen, en het heeft zeker lange tijd mijn ideeën over dino’s bepaald. Beetje jammer dat het boek al uit 1960 stamt, en sindsdien de kennis over dino’s aanzienlijk is toegenomen, waardoor veel ‘waarheden’ uit het boek zijn komen te vervallen.
Zo is de tyrannosaurus rex in het boek nog een behoorlijk log, rechtopstaand monster. Indrukwekkend, dat zeker, maar in vergelijking met de t.rex in de film Jurassic Park een lamme ouwe man. Toch werd t.rex in 1960 al aangemerkt als ‘de beroemdste dinosauriër’. Bijzonder: ten tijde van de film uit 1993 (wat?!? ja, ook alweer 27 jaar geleden…) waren er nog opmerkelijk weinig resten van t.rex ontdekt. Maar het beeld van deze koning van de dino’s was al behoorlijk gekanteld. Letterlijk, want t.rex liep niet langer rechtop met zijn forse staart als steun op de grond. T.rex was een uitgebalanceerde sprinter geworden, de staart recht naar achter als een contragewicht voor de massieve kop die als een stormram naar voren helde.
Dat vogels afstamden van vergelijkbare monsters, en dino’s wellicht zelf al veren hadden, werd in en rond de film nog weggelachen, maar is inmiddels algemeen geaccepteerd gedachtegoed geworden.
In het boek leven de superzware sauropoden nog in het water, omdat hun massieve gewicht niet geacht werd op land overeind te kunnen blijven. Mijn favoriet in die categorie was de brontosaurus. Groot was mijn teleurstelling (en niet alleen de mijne) toen die naam rond 1980 werd geschrapt. De soort bleek identiek aan de apatosaurus, en die was eerder benoemd en dus de enige rechthebbende naamgever. In 2015 werd echter besloten dat brontosaurus toch een aparte soort was en zijn eigen naam verdiende. Hoera!
Ook nog volslagen onbekend in 1960: hoe de dino’s aan hun eind kwamen. Nu weten we dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een flinke meteoriet zo’n 65 miljoen jaar geleden insloeg op een aarde die toch al bezig was vergiftigd te raken door sterk toegenomen vulkanisme. In het boek is hun exodus minder spectaculair maar voor ons niet minder pregnant: klimaatverandering…1
Wat zou de schrijver van het boek van dat alles gevonden hebben? Darlene Geis die het boek in 1960 schreef, overleed in 1999. Haar expertise lag voor zover is na te gaan in kinderboeken, niet in dino’s. Maar ze kan in ieder geval Jurassic Park gezien hebben, en ook de opkomst van de dinoverwoestende meteoriet zal haar niet zijn ontgaan.
Hoe en Waarom is er niet meer in die vorm. Maar de Zuidnederlandse Uitgeverij (ergens in de tijd is het koppelteken weggeëvolueerd) bestaat nog steeds, en brengt onder het imprint Deltas de serie Hoe? Wat? Waarom? uit. Met, inderdaad, in 2016 ook een deel over dino’s.
De boeken zien er een stuk hipper en moderner uit dan hun voorgangers. Maar je krijgt er ook een potlood bij — toch nog een beetje ouderwets.
Noten
- Die klimaatverandering was er inderdaad, ten gevolge van vulkanisme. Maar dat mechanisme wordt in het boek niet benoemd. ↩