Thierry heeft gelijk

Thierry zei dat we geregeerd worden door reptielen. Toen bijna iedereen over hem heenviel zei hij dat hij het natuurlijk niet letterlijk bedoeld had. Dat was dom van hem. Hij heeft namelijk gewoon gelijk.

Wij stammen af van reptielen. Vrij primitieve reptielen weliswaar, maar toch: wij zijn reptielen. Andere primitieve reptielen hebben evolutionair een andere hoofdweg genomen, langs de dino’s (wij deden de zoogdieren). Die zijn nu onder ons als vogels — maar ik geloof niet dat we door vogels worden geregeerd en ik vermoed dat Thierry het daar met mij eens is.

We zijn dus reptielen. We zijn trouwens ook vissen. Ooit vrij primitieve vissen, maar toch: die vissen hebben reptielen voortgebracht en daar zijn wij weer uit ontstaan. En vóór die vissen zaten weer andere klassen, waar we dus ook van afstammen.

Nu kun je betogen dat we weliswaar áfstammen van reptielen, maar dat we daarmee geen reptielen zíjn. Maar in de ogen van Thierry bén je je voorgeslacht. Ónze voorouders hebben Nederland opgebouwd, wie daar niet van afstamt doet niet mee. En wie afstamt van voorouders die ergens buiten Nederland de beest hebben uitgehangen, die kan geen Nederlander zijn, niet echt. Iedereen zijn eigen beest als voorouder. Of zijn eigen voorouder als beest, kies maar.

We worden omringd en geregeerd door reptielen. Reptielen hebben onze geschiedenis bepaald, in goede en in kwade zin.

Reptielen doen bijzondere dingen, zoals de Matthäus-Passion componeren, of de Ilias en de Odyssee schrijven (of Ulysses). Of ze bedenken een Hamlet, een evolutietheorie, een kwantummechanica, of een onvolledigheidsstelling. Ze schilderen iets prachtigs en geven het dan de onmogelijke titel De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren — maar gelukkig is er dan wel weer een marketingstrateeg of ander reptiel dat daar De nachtwacht van maakt.

Reptielen doen alledaagse dingen, zoals brood bakken, misdaden bestrijden, pakjes bezorgen, vaccins ontwikkelen, vuilnis ophalen, lesgeven, of in de trein de kaartjes controleren van andere reptielen die daar een ding van maken bij hun reptielenvriendjes.

Reptielen voeren wereldoorlogen als leiders, als volgers, als soldaten of als naamloze slachtoffers.

Reptielen ondermijnen onze universiteiten, onze journalistiek, ons parlement en onze democratie.

Ik wil hier één van onze bekendste reptielen, Multatuli[1], parafraseren: “Jongeheer Baudet, je bent ’n reptiel.”

Noten

  1. ‘Multatuli’ zou je kunnen vertalen als ‘ik heb velen in mij gedragen’. Dat moet een verwijzing zijn naar al die zoogdieren en reptielen en vissen en wat niet al die ons voorgingen. De eerste bundel Ideën, met in idee 391 de beroemde woorden “Juffrouw Laps, je bent ’n zoogdier”, verscheen in 1861, drie jaar na Darwins On the Origin of Species — dat was geen toeval.

Quod licet bovi

De afgelopen week las ik de historische roman Amalia van Matthias Rozemond. De titelheldin is gravin Amalia van Solms, die in april 1621 in Den Haag arriveert als eerste hofdame van Elizabeth Stuart. Elizabeth is met haar man op de vlucht nadat deze protestantse koning van Bohemen door een katholieke overmacht uit Praag is verjaagd.

Matthias Rozemond: Amalia (2021)

Elizabeth wil door naar Engeland, waar haar vader James de troon bezet. Maar de tijden zijn roerig, het zal 40 jaar duren voor Elizabeth de oversteek kan maken.

Ook in Den Haag is het rumoerig. In 1619 is Johan van Oldenbarnevelt er door prins Maurits van Oranje terechtgesteld. Aan het twaalfjarig bestand komt een einde, de Spaanse troepen rukken op.

Amalia van Solms is 18 en ambitieus.

In de roman krijgt zij een verhouding met Willem van Oldenbarnevelt, een zoon van Johan. Via hem raakt zij zijdelings betrokken bij een complot om Maurits te vermoorden. Die aanslag wordt verijdeld, maar Willem ontkomt aan de beul en vlucht de grens over, en Amalia blijft buiten schot.

Het is Willem die er bij Amalia op aandringt om aan te pappen met Frederik Hendrik, de halfbroer van Maurits en zoon van Willem van Oranje (van wie Amalia een achternicht is). Dat doet ze, en zo wordt ze in 1625 na de dood van Maurits en haar huwelijk met de toekomstige ‘stedendwinger’ de machtigste vrouw van de Republiek.

En Amalia is nog steeds ambitieus. Ze staat in de roman ook nog steeds in contact met Willem, die haar adviseert in staatszaken. Bijvoorbeeld over de expeditie die de Spaanse zilvervloot moet kapen. Een plan dat (alweer, in deze roman) aanvankelijk jammerlijk mislukt door onverstandig handelen van Amalia, maar dat in tweede opzet alsnog slaagt dankzij Amalia.

Ze neemt het ook niet zo nauw met etiquette en regeltjes. Quod licet iovi non licet bovi, schoot mij onder het lezen door het hoofd: wat Jupiter vrijstaat, staat de koe nog niet vrij — als je hooggeplaatst bent kun je je dingen permitteren die de gewone man maar beter uit zijn hoofd kan laten.

Ik heb altijd gedacht dat dat een oude Romeinse wijsheid was. In het onderzoek voor dit stukje ontdekte ik echter dat de uitdrukking voor het eerst in 1826 opduikt in het werk van de Duitse schrijver Eichendorff.[1] Die heeft ze wellicht niet zelf bedacht, maar de kans is klein dat Amalia van Solms de woorden kende, laat staan ze op zichzelf betrok.

Amalia van Solms was een directe voorouder van onze eigen kroonprinses Amalia. Die prinses die onlangs 18 werd en dat vierde met een feestje dat niet zo verstandig was, vanwege de geldende coronamaatregelen. En dat was niet de eerste onverstandige handeling van de familie.

Er werd door stof gegaan, er werd sorry gezegd, soort van, en er werden verklaringen gegeven: de prinses werd 18 en dat was wel bijzonder, er kwamen onverwacht toch meer mensen dan waarop was gerekend. Ja, duh…

Ik zal toegeven: ik ben republikein maar ik doe er niets aan (om mijn grootvader te parafraseren [2]). Maar de koninklijke familie doet ook niet echt moeite om me van standpunt te laten veranderen. En iedere keer denk ik: ja, duh…

In de roman slaat Amalia nu en dan de plank mis omdat ze signalen heeft gemist, zoals bij de mislukte overval op de zilvervloot. En toch is ze overtuigd van haar capaciteiten.

Maar de roman-Amalia moet het doen met haar jongere zus als belangrijkste klankbord, en een verre minnaar met wie ze in code communiceert met tussenpozen van maanden of zelfs jaren. De moderne Oranjes leven in een heel andere wereld, ze kunnen voortdurend sparren met verstandige en goed-ingelichte mensen. En toch gaat het vrij regelmatig mis.

Is er dan niemand in hun buurt die kan uitleggen dat de tijden zijn veranderd? Dat júíst omdat je de eerste familie van het land bent, je je bepaalde dingen moet ontzeggen waar de gewone burger wel mee wegkomt? Dat die latijnse spreuk in deze omstandigheden is overgegaan in quod licet bovi non licet iovi?

De Romeinen kenden trouwens wel een verwante uitdrukking, die in het werk van de dichter Terentius voorkomt: aliis si licet, tibi non licet. Oftewel: als anderen iets mogen, mag jij dat nog niet. Die kun je naar beide kanten uitleggen. Maar hij loopt niet zo lekker.

Het is mogelijk dat Amalia van Solms hem heeft gekend.

Noten

  1. Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Quod_licet_Iovi_non_licet_bovi
  2. Hij zei het tegen religieuze colporteurs en had het dan over arheïsme.

ALgoritmes maken van soep een hype

Het viel me voor het eerst op toen ik Jakob Derwig hoorde, die reclame maakte voor een bank. Hij zei iets over álgoritmes. Dat was het enige dat me opviel, dat en dat die bank misschien wat sympathieker zou kunnen zijn dan andere banken.

ALgoritmes. Niet algoRITmen, zoals ik zelf zou zeggen. Als om te benadrukken dat ALgoritme familie is van de ALgebra. Sindsdien heb ik die vreemde beklemtoning, en dat meervoud, al vaker horen passeren.
Lees verder “ALgoritmes maken van soep een hype”

Muur

Vandaag zijn er 10315 dagen verstreken sinds de Berlijnse muur viel. Dat is precies evenveel dagen als-ie heeft bestaan. Bizar. Ik groeide als kind op in het besef dat er niet ver van hier een muur stond die het mensen onmogelijk maakte om het leven te leven zoals zij dat zelf wilden. Een múúr…

Ik kan me het moment in november 1989 nog goed herinneren, onder andere omdat een paar mensen die me aan het hart lagen net op dat moment aan de andere kant van de muur waren. Ik krijg nog steeds een brokje in de keel als ik de beelden zie van die bewuste dag.

Wat een idioot idee was dat toch: dat je met een muur de boze buitenwereld kon buitensluiten. Dat de mensen aan de andere kant van de muur het kwaad vertegenwoordigden. En dat mensen bínnen de muur die bezwaren hadden tégen de muur dus ook het kwaad vertegenwoordigden.

Gelukkig is het fundament van de muur nu wel opgeruimd.

O, wacht, toch niet…

En daar krijg ik zo nu en dan weer een brokje van in de keel.

Het nummer van het feest

Alweer zo’n 17 jaar geleden laaide de discussie op: wanneer begon nou eigenlijk die 21ᵉ eeuw? Was dat met het jaar 2000, of toch met 2001? Vrij massaal werd er gekozen voor 2000, hoewel er ook wel rationele geesten waren die het feestje in 2001 (nog een keer) vierden.

Onlangs laaide de discussie weer op, in ieder geval op de pagina’s van de NRC. Die krant had namelijk op woensdag 19 april bericht over het overlijden van Emma Moreno, de oudste mens, die in november 1899 ter wereld kwam. Daarmee was ze, volgens de kwaliteitskrant, de laatste mens die in de 19ᵉ eeuw was geboren. Haar ‘opvolger’, Violet Brown uit Jamaica, zag in 1900 het levenslicht. Dat was dus blijkbaar in de 20ᵉ eeuw. Ook de NOS bracht het bericht op de website.
Lees verder “Het nummer van het feest”

Feitenvrij in Bladel

Het waren feitenvrije maanden, die ons gepasseerd zijn. Nieuws leek vaker nep dan nieuws. Iedereen wees naar een ander als de oorzaak of in ieder geval de herkomst van al die ‘alternatieve waarheden’. De media hadden het gedaan, de politieke tegenstanders, het internet, de boze witte mannen, en ze gebruikten elkaar om zich achter te verschuilen.

Maar de schuld ligt natuurlijk ook een beetje bij onszelf. We laten ons immers steeds gemakkelijker meeslepen. Ook als we beter zouden kunnen weten.

Een treffend voorbeeld vond ik de rel die in februari ontstond rond voetbalclub Bladella. Die royeerde vier jeugdspelers, tussen de 10 en 14 jaar oud, omdat ze te weinig loten hadden verkocht in de Nieuwjaarsloterij. Mijn eerste reactie, toen ik het bericht voorbij hoorde komen op de radio, was: wat een onzin! Je gaat toch geen kindertjes uit de club zetten omdat ze te weinig lootjes hebben verkocht?
Lees verder “Feitenvrij in Bladel”