Een beetje Pep

Ooit had je het striptijdschrift Pep. Het was legendarisch, in ieder geval in mijn ogen. En dat terwijl ik er nooit een abonnement op had. Wij lazen thuis de Donald Duck en  vriendje Igor las de Sjors, bladen die allebei op een jonger publiek gericht waren.[1]

We hadden wel op de een of andere manier een aantal losse nummers van Pep in huis. Die maakten diepe indruk. Ik las er voor het eerst pagina’s van de SF-strip Ravian en van de western Blueberry — dat was wel even andere koek dan Donald Duck (al was er achteraf bezien helemaal niets mis met het werk van Carl Barks). Er stonden pagina’s in van Asterix, uit een verhaal dat nog in album moest verschijnen!

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

Een Pep uit 1973, met daarin het Blueberry-verhaal Generaal Geelkop

Die pagina’s in Pep hadden iets magisch. Je stapte even, twee bladzijden lang, in een andere wereld.

Ergens in die vroege jaren ’70 bedacht ik dat ik striptekenaar wilde worden.[2] Ik begon met ‘eigen’ stripblaadjes, waar ik maar meteen een paar spannende vervolgverhalen in bedacht die verdacht veel leken op Trigië (dat stond in Sjors) en Michel Vaillant. Nou ja, ‘leken’ is hier niet het juiste woord, mijn tekentalent was niet groot. Die blaadjes, met titels als Pop, bezorgde ik dan bij vriend Igor, die van de Sjors.

(Tekst gaat verder onder de afbeelding.)

De eerste vier platen van het Richard Naren-verhaal Het raadsel van Isman, in het blaadje Pop (1974) (Klik hier voor een vergroting)

Veel verder dan twee of drie nummers is het nooit gekomen. Ik had trouwens meestal ook geen idee waar die verhaaltjes naartoe gingen. Dus in zekere zin hadden ze dezelfde magie als de verweesde pagina’s in die losse nummers van Pep.

Ik heb nog jarenlang nu en dan pogingen ondernomen om het tekenwerk te fatsoeneren, maar uiteindelijk begreep ik dat ik beter was met woorden dan met lijnen.

Maar de strips bleven, en de magie die ik er bij voelde. Veel van de strips die ik later meer zou waarderen — Blueberry en Ravian voorop, maar bijvoorbeeld ook Corto Maltese, Olivier Blunder, en de bizarre Coco Bill — zag ik voor het eerst in een Pep.

Toen vijftien jaar geleden Eppo een wedergeboorte beleefde nam ik meteen een abonnement.

En nu is er dan het initiatief van Ger Apeldoorn, die eerder al het boek De jaren Pep schreef. Via een crowdfunding-actie verzamelt hij geld voor het project Pep nu![3], een soort van eenmalige wedergeboorte van het blad van toen.

Daar heb ik dan toch maar voor getekend.

Noten

  1. Sjors zou in 1975 met Pep fuseren tot Eppo. Maar dat was toch niet hetzelfde.
  2. Die beroepskeuze volgde op clown, en zou later weer verdrongen worden door sterrenkundige.
  3. https://www.voordekunst.nl/projecten/14738-pep-nu-por-dios-wat-een-terugkeer