Ik zapte door Verborgen verleden, waarin bekende Nederlanders onder begeleiding in hun verleden duiken.
Vandaag was de beurt aan astronaut André Kuipers. Eén van zijn voorvaderen had de Russische veldtocht van Napoleon meegemaakt. Hij had de overtocht van de Berezina overleefd. Een geluk dus dat ik er ben, concludeerde André, indachtig de vele volgelingen van de Franse keizer die dat avontuur níét hadden overleefd.
Ja, dat is natuurlijk zo. Maar hoe verder je teruggaat in je verleden, hoe groter het geluk. Immers: hoe verder terug, hoe meer voorouders die allemaal stuk voor stuk het ongeluk hebben moeten trotseren om uiteindelijk jou voort te brengen. Ga maar na: als maar één van je tweeëndertig betbetovergrootouders per ongeluk voortijdig het leven had gelaten, was jij er niet geweest.
Het verbaasde me een beetje, die observatie van André. In de kosmologie kennen we het antropisch principe. Hoe bijzonder is het dat wij als intelligente soort hebben kunnen ontstaan op Aarde? Op zichzelf heel bijzonder, want er had ‘onderweg naar ons’ verschrikkelijk veel mis kunnen gaan. Alleen: als de geschiedenis van het heelal ook maar een heel klein beetje anders was verlopen, waren wij er niet geweest om ons te verwonderen over dat bijzondere geluk. Dat wij er zijn is niet bijzonder, want anders waren we er niet geweest.
Ooit was er bij de VPRO de prachtige serie van Wim Kaizer, Een schitterend ongeluk, waarin hij met vooraanstaande wetenschappers in discussie ging. Die titel dekt veel beter de lading. Dat je bestaat is geen kwestie van geluk, maar het resultaat van vele ongelukjes. En dát je bestaat is schitterend.