Cowboy met vrienden

Weinig zomers waren er waarin we niet naar Frankrijk reisden. En zelden waren dat korte vakanties. Van mijn eerste tien levensjaren moet ik er ten minste één in Frankrijk hebben doorgebracht, als je alles bij elkaar optelt.

Het waren lange reizen, in de auto. De snelweg was eerder bij uitzondering beschikbaar dan als regel, en airco bestond nog niet.

Wij kregen vaak een cadeautje, als de reis begon. Die waren deels bedoeld om ons tevreden te stemmen en daarmee de rust en vrede op de achterbank te bewaren.

Morris & Goscinny, Western Circus, 1970 (36e album van Lucky Luke)

Eén zo’n cadeau was het stripalbum Western Circus, met de sympathieke cowboy Lucky Luke in de hoofdrol. Ik kreeg het in de tijd dat mijn stripuniversum voornamelijk werd bevolkt door Donald Duck en zijn familieleden, dus ik was wel wat gewend, maar dit was toch wel… nieuw.

Het verhaal is simpel, zoals de meeste verhalen van Lucky Luke. Midden in de prairie stuit Lucky Luke op de circustroep van het Western Circus, geleid door de aimabele maar weinig zakelijke kapitein Erasmus Mulligan. Hij heeft New York verlaten (“Absoluut te klein voor Barnum en mij…”) voor een succesvolle tournee door het westen van de VS. De attracties van het circus bestaan uit de mottige olifant Andy, de bejaarde leeuw Nelson (die nog slechts groentensoep eet omdat zijn tanden zijn uitgevallen), en de familie Mulligan plus aanhang.

Natuurlijk helpt Lucky Luke het stel, dat panne heeft aan een van de wagens, weer op weg. Als dank krijgt hij een solovoorstelling, in die zin dat hij de enige toeschouwer is — totdat een groep indianen de enorme tent ontdekt en tot de aanval overgaat. Lucky Luke weet de gemoederen te bedaren en begeleidt het circus naar Fort Coyote.

De echte coyote aldaar blijkt uitbater Zilch te zijn, bijgenaamd De Diamand Tand (DDT), die zijn lokale entertainment-industrie onmiddelijk bedreigd ziet. Hij huurt een nare revolverheld in om het circus te elimineren, maar die blijkt toch niet opgewassen tegen de gevaren van het circusleven. Ook brandstichting en ten slotte zelfs een hernieuwde aanval van de indianen kunnen de dappere kapitein Mulligan niet verjagen. Uiteindelijk weet Lucky Luke de rust te herstellen, waarna de diverse partijen de vredespijp roken en voortaan als de Zilch & Mulligan Western Show het wilde westen onveilig maken.

Volgt het iconische plaatje waarin Lucky Luke de ondergaande zon tegemoet rijdt, onder het zingen van “I’m a poor lonesome cowboy…”

Ik vond het geweldig. Natuurlijk miste ik nog een aantal grappen, bijvoorbeeld de running gag van de cavalerie die nooit te laat komt (maar in dit album wel). Het duurde ook nog een hele tijd voordat ik in circusdirecteur Mulligan de komiek W.C. Fields herkende. Maar dit was wel een heel ander universum dan het Duckstadse. Niet minder leuk of leuker, maar anders.

*

Lange tijd vond ik Lucky Luke toch een wat mindere ster aan het stripfirmament. De verhalen zijn nogal lineair, meer gericht op slapstick dan op diep doorwrochte psychologie.

Dat is wel zo. Maar het is natuurlijk helemaal niet erg. Lucky Luke is entertainment, en in zijn soort is het entertainment van het hoogste niveau. Zeker de verhalen die werden geschreven door René Goscinny, geestelijk vader van Astérix, blinken uit door hun snelheid en toch wel absurdistische humor. Dit album is daar geen uitzondering op. En het tekenwerk van Morris (pseudoniem van Maurice De Bevere) lijkt op het eerste oog dan wel een beetje snel en slordig, maar zijn timing en zijn karakterisering van de personages zijn geweldig. De pagina’s waarin huurmoordenaar Rattlesnake Joe letterlijk voor de wilde beesten wordt geworpen zijn exemplarisch én hilarisch.

Niet alle verhalen zijn zo goed. Na de dood van Goscinny ging Morris liaisons aan met een breed scala aan schrijvers, wat niet altijd leesbare verhalen opleverde. Maar er blijft nog genoeg over. Het penseel heeft Morris succesvol overgedragen, en zelf is hij inmiddels naar de eeuwige jachtvelden vertrokken.

Lucky Luke heeft zijn shagje ingeruild voor een grasspriet, maar hij schiet nog altijd sneller dan zijn schaduw en rijdt nog regelmatig de ondergaande zon tegemoet zingende dat hij een eenzame cowboy is. Wat natuurlijk niet zo is. Waarschijnlijk is er geen cowboy ter wereld die zoveel vrienden heeft.