Fectio

Vandaag fietste ik langs Fort bij Vechten, en de replica van de Romeinse wachttoren die daar vlakbij staat. 2000 jaar geleden liepen er Romeinen rond op die plek — de eerste Romeinse nederzetting is er waarschijnlijk in 4 of 5 n.Chr. gebouwd.

Bizarre gedachte toch: toen Pinksteren nog betekenis moest krijgen, liepen hier al mensen rond. Die waren waarschijnlijk niet gezellig aan het rondtoeren in de zon. Maar waar waren ze wel mee bezig? Wat dachten ze? Ook die mensen zijn, 2000 jaar geleden, ’s ochtends uit hun bed gekomen en hebben in hun taal gedacht: wat gaan we vandaag eens doen?

Ze zullen zich er misschien wel van bewust zijn geweest dat ze deel uitmaakten van een cultuur die grote delen van Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten omvatte. Maar dat die cultuur twee millennia later nog op zo veel manieren terug te vinden zou zijn? Dat hún taal, of in ieder geval de literaire variant die door de elite werd gebezigd, voortdurend in ónze taal doorschemert — alleen al in deze zin op diverse plekken? Dat Augustus, de keizer die ze mogelijk zelf van dichtbij hebben gezien, nu nog steeds onze kalender siert? Dat er wereldberoemde stripverhalen over ze zijn gemaakt waarin ze worden uitgemaakt voor ‘rare jongens’?

Wat zagen die mannen als ze ’s ochtends hun wachttoren beklommen? Niet het cultuurlandschap dat er nu ligt. Eerder een wat moerassige vlakte, met veel water, lage begroeiing. Niet de ideale vakantieplek stel ik me zo voor, zeker niet in de zomer als de muggen op volle sterkte boven het water hangen. Ook toen al waren de bewoners bezig het land naar hun hand te zetten, getuige hun vernuftige wegen die we rond Utrecht hebben teruggevonden.

En wat deden ze om de tijd te doden? Dobbel- en andere wedspelletjes, gok ik. Drinken en intussen elkaar verhalen vertellen over de reizen en de gevechten die ze met hun legioen hadden meegemaakt. Roddels over die lui uit Fletio, dat kamp een paar mijl naar het westen.

Als er ooit nog eens een tijdmachine komt, dan zou ik uiteraard een paar historische gebeurtenissen willen bezoeken.1 Maar misschien nog wel veel liever zou ik her en der een dag uit het gewone leven willen meemaken. Zo’n dag rond de wachttoren van Fectio.

Het cultuurlandschap in de buurt van Fectio. Wat zouden die Romeinen daarvan hebben gedacht?

Noten

  1. Uit het historische gegeven dat historische gebeurtenissen niet overmatig druk bezocht zijn, kun je opmaken dat die tijdmachines er nooit zullen komen. Jammer, maar helaas.