Uitlaten

Wij hadden ooit een hond. Geweldig beest, een Duitse staander. Hij heette Rubo — ingewikkeld verhaal, vertel ik nog wel een keer. Ik zou nu ook wel weer een hond willen hebben. Ik hou om allerlei redenen niet zo van katten, honden vind ik wel heel leuk. Niet ieder type, maar zo’n staander, of een labrador…

Maar ik woon in een flat en ik ben onder normale omstandigheden op werkdagen weg. Honden zijn gezelschapsdieren, die bovendien beweging nodig hebben, zeker de types die mij aanstaan. Je moet een hond goed kunnen uitlaten. De polder in, als het even kan. Ik deed dat graag, met Rubo. De polder lag om de hoek. Hier zit dat er niet in.

Nu heb ik een auto die ik nu en dan moet uitlaten. Anders loopt de accu leeg. Ik hou om allerlei redenen niet zo van auto’s. Maar ja, ik heb ook een caravan. Die is niet zo groot, maar met de fiets ga ik die niet trekken. Dus dan ook maar een auto.

Pre-corona reed ik in ieder geval eens per week op en neer naar Maartensdijk, waar mijn toneelclubje zit. Dan is zo’n auto toch wel handig. Maar ja, pre… Dus nu laat ik eens in de zoveel tijd de auto uit.

Flauwe grap: wat hebben honden en auto’s gemeen?
Uitlaten.