Alleman

Afgelopen vijf mei had ik niet zo’n zin om naar het Bevrijdingsconcert te kijken. En toch wilde ik iets… ‘Nederlands’ doen. Dus heb ik Alleman opgezet, een film van Bert Haanstra uit 1963 met commentaar van Simon Carmiggelt en muziek van Otto Ketting. Ik hou van de films van Haanstra. Hij is de ultieme observator.

1963. Het jaar voordat ik werd geboren. Nederland zag er anders uit en toch niet.

Een paar observaties. Natuurlijk vallen de verschillen met nu op:

  • De mannenkleding in de film is overwegend sterk gedateerd. Jongemannen dragen vaak een stropdas en niet zelden een wat ouwelijke regenjas. En veel lompe schoenen.
  • Vrouwen zien er juist af en toe opmerkelijk hedendaags uit. Blijkbaar zitten we nu in een retrogolf die teruggrijpt op de vroege jaren ’60. Maar het geldt zeker niet voor álle vrouwen. Oudere vrouwen, en dan hebben we het over 50+, gaan steevast in bloemetjesjurken door het leven. En ze dragen hoofddoekjes om het kapsel te beschermen.
  • Beelden van een miss-verkiezing. Woeps, die zouden nu écht niet meer kunnen. Dit is de categorie ‘verwerpelijke vleeskeuring’…
  • Er wordt trouwens ook flink wat afgerookt. Mannen, vrouwen, pubers, ze lopen vrolijk walmend door het beeld.
  • Nederland is sterk verzuild en al die zuilen hebben hun eigen clubs met hun eigen uniform. Er wordt veel in colonne gemarcheerd en gezongen.

Er zitten ook beelden in die herkenning oproepen en tegelijk bevreemden:

  • Bij de Dodenherdenking staat iedereen stijf stil op straat. Natuurlijk moest ik meteen denken aan wat ik daar zelf een dag eerder over schreef.
  • Beelden van de Varsity, vermoedelijk op het Amsterdam-Rijnkanaal bij Kanaleneiland, waar tot 1969 het noordelijke eindpunt van die roeiwedstrijd was. Niet heel veel later zou ik daar zelf als klein jongetje naar de toegestroomde studenten kijken.
  • (Amateur)toneel! Met een souffleur onder zo’n kapje in het podium (ik heb nog nooit met een souffleur gewerkt, in ieder geval niet met eentje op die plek). En met een trekkenwand waar nog mannen aan touwen staan te hijsen — met allemaal een peuk in de mond.
  • Twee jongetjes die door agenten worden opgejaagd omdat ze hebben zitten klieren op een verlaten bootje… Wat zou Femke Halsema denken bij die scène?

En voor degenen die de film zelf nog eens gaan zien, een leuk zoekplaatje. Op een zeker moment komt zanger Jan Smit voorbij, in een botsautootje, met een peuk in de mond. Hij is het niet echt natuurlijk, Jan Smit ligt dan nog meer dan 20 jaar in het verschiet. Maar hij lijkt er wel verdraaid veel op. Want dat kun je toch wel constateren: die mensen in 1963, die leken wel veel op ons.