Eens in de zoveel tijd heb ik zo’n moment dat ik een boek uit heb en niet weet met welk boek ik verder zal gaan. Boeken genoeg in dit huis, maar wélk boek is geschikt voor het moment? Ik ben eigenlijk nog bezig in een verhalenbundel van Hilary Mantel, The Assassination of Margaret Thatcher. Erg goed geschreven. Maar daardoor ook wel inspannend lezen…
Vaak neem ik dan even een tussendoortje, iets wat licht verteerbaar is en snel wegleest. Een kinderboek, of een stripverhaal zoals Lucky Luke. Maar dat gaat op den duur ook weer tegenstaan.
Ik las vorige week De politiemoordenaar, het voorlaatste deel uit de serie romans van Maj Sjöwall en Per Wahlöö rond rechercheur Martin Beck — Sjöwall overleed eind april, vandaar. Goede verhalen zijn dat. Maar om meteen door te stomen naar het laatste deel, dat staat me dan weer tegen.
Op mijn tafel ligt The Principle of Relativity, een boekje met de artikelen van Einstein en anderen die het begin van de relativiteitstheorie markeerden. Ooit gelezen tijdens m’n studie, nu even opgeslagen voor een ander blog-stuk waar ik aan werk (en nog niet zo tevreden over ben), en ineens weer zin om ze opnieuw te lezen. Maar weer niet zo geschikt voor het slapengaan. Ik moet trouwens ook nog een achterstand in Scientific Americans wegwerken.
Of begin ik aan The Dark Forest? Dat is het tweede deel van een SF-trilogie van de Chinese schrijver Cixin Liu. Geen vrolijkmakende thematiek: de Aarde wordt bedreigd door onaangename buitenaardse wezens. Maar wel spannend…
Of toch De avond is ongemak, de roman van Marieke Lucas Rijneveld die is genomineerd voor de International Booker Prize. Het boekje Leegstand van Aafke Romeijn ligt ook nog te lonken…
Problemen problemen problemen…
Ik geef toe, luxeproblemen, maar toch…
