Psychedelica

Ik ben van 1964, dus de late jaren ’60 heb ik niet heel erg bewust meegemaakt. The Beatles, Jimi Hendrix, Woodstock, het is allemaal onopgemerkt aan mij voorbij gegaan. Pas een paar jaar later begon ik aan een inhaalslagje. Dat begon met Pink Floyd. En stripverhalen.

De jongste broer van mijn moeder had naast Asterixen en Lucky Lukes ook een paar bijzondere stripboeken in huis. Iris, van Thé Tjong King, bijvoorbeeld. Ik wist niet wat ik zag: prachtige kleuren, vreemde vormen. Van het verhaal begreep ik helemaal niets, maar dat kan heel goed aan het verhaal gelegen hebben of het ontbreken daarvan.

Tegen de tijd dat ik de middelbare school afsloot had ik mijn achterstand in de flower power aardig weggewerkt. Ik deed eindexamen als hippie en had Pink Floyd compleet op tape (ook alweer dankzij mijn oom), ik had Syd Barrett en Jimi Hendrix en The Doors omarmd, concerten van Melanie en Ravi Shankar bijgewoond, Easy Rider en Woodstock gezien, en ik had een algemene interesse in psychedelica.

Ik moet nu wel bekennen dat ik een heel nette hippie was. Roken deed ik niet, drinken nauwelijks, en de pilletjes die ik slikte bevatten enkel vitamine C. In het begin van mijn studietijd deed ik een paar keer mee met een stickie, maar terwijl het gezelschap om mij heen gierend van de pret in zwijm viel wilde het roze wolkje bij mij niet landen. Dus dan zette ik maar weer een plaat van Hendrix of Pink Floyd op.

Nee, ik moest het hebben van muziek, wierook, en psychedelische grafiek.

(Tekst gaat door onder de afbeelding.)

Philippe Druillet, Lone Sloan / Delirius

Bij De Slegte tikte ik twee stripalbums op de kop van Philippe Druillet, een Franse tekenaar die in de vroege jaren ’70 furore maakte met Lone Sloane, Yragael, en Urm. De titels kende ik al uit de secundaire literatuur en nu had ik ze gewoon in de kast staan.

Eerlijk is eerlijk: van verhalen was nauwelijks sprake, alles stond in het teken van de fantastische tekeningen. Overvolle, barokke tekeningen, bizarre kleuren, volkomen ontspoorde kadreringen. Het was soms al een puzzel om de juiste volgorde van de plaatjes te vinden, laat staan om te begrijpen waar ze over gingen. Maar mooi was het wel.

(Tekst gaat door onder de afbeelding.)

Psychedelica van eigen hand, 1983.

Ik heb zelf nog enige pogingen tot getekende psychedelica gedaan. Het ziet er wat stijf uit allemaal, maar de bedoeling was wel duidelijk. ‘Love Sweet Dreams’ staat er onder de ene tekening. Jaja, wat de Beatles konden met Lucy in the Sky with Diamonds, dat kon ik ook! Op de andere plaat staat het soort van onbegrijpelijk proza dat hoorde bij die tijd. Mijn Engels was trouwens ook niet vlekkeloos.

Psychedelica van eigen hand (2), 1983.
Psychedelica van eigen hand (in revisie), 1985.