Vanochtend rende ik de deur uit om even snel de wekelijkse boodschappen te doen. Struikelde ik over een pakketje dat daar was achtergelaten. O ja, mijn baas had bij een afdelingsoverleg twee dagen eerder zoiets geroepen als “morgen wordt er bij jullie aangebeld, dan moet je wel opendoen hoor!” Geen bel gehoord, gisteren, maar dat kan heel goed aan mijn bel liggen.
Dus pakketje (“hm, best zwaar…”) naar binnen geschoven en door naar de Appie. Het was rustig, bij de Appie. En ze hadden weer bloem. Ik gebruik niet veel bloem, maar net toen ik weer eens een pak dacht mee te nemen was er een bloemkrach. Grote mandarijnen hadden ze ook weer. Dat is toch wel mijn favoriet, de grote mandarijn. Dus ik kan er weer even tegen, qua fruit en bloem.
Wel een beetje jammer dat ik vorige week m’n fijne kleine beslagkom in stukken heb laten vallen. Nu heb ik voldoende bloem maar geen goede beslagkom. Ik hoop dat we niet midden in een kleinebeslagkommenkrach verkeren…
Thuis eerst maar eens dat pakket van m’n baas opengemaakt. Dat bleek vol fruit te zitten — bedankje aan de afdeling voor al het werk dat er is verzet de afgelopen weken om ons onderwijs en onderzoek draaiende te houden.
Qua fruit kan ik er nu dus écht weer even tegen. De appels heb ik al tot moes gekookt, dat zijn weer een paar porties voor de diepvries.
Nu begrijp ik ook ineens die foto van een fruitschaal die een collega gisteravond in een Teams-kanaal plakte.
