Vandaag maakte ik na de lunch even een fietsrondje. Om het hoofd te luchten en de gedachten uit te laten waaien.
Fietsen leek me het veiligst. Op de fiets kom je niet snel te dicht bij iemand, en ook zeker niet te lang. Zo denk je dus al.
Vooropgesteld dat je niet met elkaar gaat fietsen. Ik zag aardig wat koppels fietsen, vooral ouderen. Vermoedelijke net-niet-net-wel-pensionado’s die ook een eindje gaan fietsen op een gewone dag, als ik op m’n werk ben. Meestal fietste de man voorop.
Ik zag trouwens ook veel groepjes collega’s met elkaar rondwandelen. Waarbij ik dan dacht: is dat verstandig? Zo denk je dus al.
Ik zag een dame die op ruime afstand van haar collega’s wandelde, aan de andere kant van het fietspad. Ze rookte een sigaretje. Ook niet zo verstandig, denk ik, maar in ieder geval op veilige afstand.
Wat me ook opviel: veel hardlopers, voornamelijk mannen. Gisteren, toen ik hetzelfde rondje deed maar op een iets andere tijd, waren het voornamelijk vrouwen. En ik dacht bij mezelf: let ik daar nu ook al op? Of zou me dat ook zijn opgevallen op een gewone dag?
Ik denk het niet.
Ik betrapte me erop dat ik bewust naar andere mensen keek. Bij iemand die van de andere kant kwam, een man van ongeveer mijn leeftijd met een puntbaardje, dacht ik dezelfde blik te zien.
Woei ik toch niet helemaal alleen uit mijn gedachten.
