Hé Henny!

Ik moet iets bekennen. Ik heb Doe Maar nooit live gezien. Wel de diverse leden van Doe Maar, in verschillende groepen en hoedanigheden.

Toen Doe Maar groot werd was ik al een serieuze jongvolwassene. Doe Maar, dat was voor meiden. En knullen zoals mijn vijf jaar jongere broer Diederik, die ging naar Doe Maar.

Maar ok, ze hadden wel lekkere nummers. En toen mijn broer voor zijn verjaardag het album 4us kreeg en hij dat toch wat minder leuk vond nam ik het graag van hem over. Mij sprak die wat pessimistischer toon wel aan. Niet dat ik ervoor voelde om naar een concert te gaan…

En toen viel Doe Maar uit elkaar. Nooit gezien. Jammer dan.

En toen werd het augustus 1989, en trad Doe Maar — nee! traden de léden van Doe Maar op als The Magnificent Seven bij de Utrechtse studentensociëteit Veritas, als onderdeel van de universitaire introductieweek.

Mijn goede vriend, school- en studiegenoot Jan-Jaap was ‘iets’ bij Veritas, en zorgde ervoor dat ik en broer Diederik al binnen waren toen de deuren voor het concert opengingen. Vanuit een dakraam keken we toe hoe de Kromme Nieuwegracht volstond met toch eigenlijk wel weer het Doe Maar-publiek. Meiden en knullen.

Mijn broer was destijds al een beetje aan het rondsnuffelen in het muziektheater. Waarom weet ik niet meer, maar hij besloot dat hij wel even contact leggen zou met Henny Vrienten. Dat deed hij door, toen de band naar het podium liep, vrolijk “Hé, Henny!” te roepen naar de passerende bassist. Die reageerde daar niet op.

Toen de band afging voor een pauze herhaalde Diederik de truc. Met hetzelfde resultaat: geen reactie.

Pas de vierde keer, toen de band definitief het podium verliet, was het raak. “Hey!” riep Henny losjes terug. Alsof de spanning van het concert had plaatsgemaakt voor de losse after-party.

Diederik zou later nog vaak met Henny te maken krijgen, en dan als professionele lichtman (mijn broer, niet Henny natuurlijk), en ook met de andere leden van Doe Maar — met Ernst Jansz deelde hij behalve de verjaardag ook nu en dan een whiskietje.

Voor mij bleef Henny Vrienten op wat afstand. Ik ontdekte wel al snel dat hij als componist inmiddels een prachtig en zeer divers oeuvre aan het opbouwen was. Van heerlijke liedjes voor Sesamstraat en Klokhuis in de traditie van Harry Bannink tot sfeervolle en melancholische filmmuziek en alles ertussenin.

Ik zag hem live op het podium met Boudewijn de Groot en George Kooymans. Voor mijn gevoel waren dat artiesten uit een eerdere generatie, maar Kooymans was nog geen vier maanden oud toen Vrienten werd geboren…

En ik zag hem vele malen op tv, waar hij op mij altijd een enthousiaste, sympathieke en aangename indruk maakte. De aflevering met Henny Vrienten uit de Grote Harry Bannink Podcast is doordrenkt van diezelfde warmte.

Nu is het over, en ga ik Henny Vrienten nooit meer live zien. En gek genoeg doet me dat wat.

Een groot muzikant is van ons heen gegaan.

“Maar gelukkig hebben we de muziek” is een heel schrale troost.