De tijd van verrijking

Het heeft lang geduurd voordat ik poëzie begon te begrijpen.

Of eigenlijk: voordat ik de drang tot begrip los kon laten.

Ik wilde alles begrijpen, maar begreep niet waarom en daardoor begreep ik niets.

Misschien was het de natuurkundige in mij, die alles wil kunnen vatten en bevatten.

Maar een natuurkundige (ik) is ook in staat om in abstracties te denken. Een veld is voor een natuurkundige (mij) niet per se begroeid met gras; het kan zich uitstrekken tot de uiteinden van het universum. En de uiteinden van het universum zijn ook maar abstracties voor een natuurkundige (mij), het universum is geen kamer met een deur die dicht zit en hoeken waar het tapijt moet ophouden.

Ik genoot allang van abstracte kunst, zonder de drang het te willen begrijpen. Van muziek, zonder de drang het te moeten begrijpen.

Dus waarom niet bij poëzie?

Misschien omdat poëzie zich vermomt als verhaal. Het zijn woorden, ze vormen zinnen, de zinnen vormen alinea’s, ze vullen bladzijden, de bladzijden kunnen bij elkaar worden gevoegd, er kan een kaft omheen, een naam en een titel erop. Een boek. Een verhaal.

Verhalen kun je begrijpen — sommige meer dan andere, maar het is iets met een begin, een midden en een einde. Niet zoals het universum, dat waarschijnlijk nog wel een begin, maar zeker geen midden of einde kent.

Een verhaal dwingt, het dringt zich op aan de lezer omdat het verteld en begrepen wil worden. Dít is het verhaal, neem het tot je, begrijp het (of niet).

Een gedicht kan ook een verhaal zijn, maar het is een verhaal dat zich overlevert aan de lezer. Dít is het gedicht, lees het, maak ervan wat je wilt (of niet).

Esther Naomi Perquin, Servetten halfstok, 2007

Het is opvallend dat ik poëzie ging waarderen in dezelfde tijd dat ik moderne dans ging waarderen. In dezelfde tijd dat ik begon te begrijpen hoe je moet schrijven.

Het was een tijd dat ik overspannen was geraakt, en mijn hoofd me vertelde dat het niet meer in staat was om álles te bevatten. Dat ik dingen moest loslaten, niet moest proberen ze in categorieën onder te brengen maar ze aanvaarden zoals ze waren.

Dat was een tijd van verrijking, want ik kreeg er universa bij en ik hoefde er bijna niets voor te doen. Alleen maar de deur open te zetten.

Esther Naomi Perquin was één van de eersten bij wie ik dat ontdekte.

Wat een geluk!