Harry helpt

Vorig jaar heb ik er de hele serie Bommelhoorspelen doorheen gejaagd. Prettige kost onder het koken, en het geeft ook structuur — iedere aflevering duurt ongeveer een kwartier, dus je richt iedere kookronde in op een veelvoud daarvan.[1]

Maar Bommel is op en de lockdown nog niet. Dus ben ik maar weer begonnen aan de Grote Harry Bannink Podcast van Gijs Groenteman.[2]

Harry Bannink, wie kent hem niet? Die moet zich diep schamen, of gewoon nog een beetje ouder worden.

Harry Bannink is zonder twijfel de grootste componist die Nederland heeft voortgebracht. Niet alleen maakte hij een verbluffend aantal liedjes — de lijst op Wikipedia[3] vermeldt ‘slechts’ 2344 van de naar schatting meer dan 3000 titels — maar die liedjes zijn ook zonder uitzondering meesterwerkjes.

Iedere aflevering van de podcast bevat uiteraard een greep uit het werk van Bannink, aan de hand van een gesprek met iemand die op de een of andere manier met Bannink te maken heeft gehad. Daar zijn bekende namen bij: tekstdichters als Hans Dorrestijn, Rob Chrispijn, Ted van Lieshout en Jan Boerstoel; uitvoerenden zoals Joost Prinsen, Aart Staartjes, Wieteke van Dort, Willem Nijholt; en muzikanten waarvan Henny Vrienten nu vermoedelijk wel de bekendste is. Vrienten volgde Bannink trouwens op als de ‘huiscomponist’ van het programma Klokhuis.

Uit al die gesprekken komt al snel een duidelijk maar vaag beeld naar voren van Harry Bannink. Hij was buitengewoon vriendelijk maar ook gesloten, uiterlijk een saai man — “een ambtenaar” wordt meer dan eens gezegd, “met een aktetas waar zijn muziek in zat” — met een waanzinnig talent. Hij kon van iedere tekst een liedje maken. Daarbij had hij liever een tekst die metrisch niet helemaal klopte, want dan had-ie een leuk puzzeltje om op te lossen. Waar andere componisten nog wel eens aan een schrijver vroegen of ze de tekst een beetje mochten aanpassen (of dat gewoon deden), daar componeerde Bannink slim om de anomalie heen.

Hij deed dat bovendien in een ongekend hoog tempo. Naar verluidt werd hem wel eens gevraagd hoe lang hij over een liedje deed. “Zo lang als het kost om de tekst te lezen,” was dan het antwoord, “of de rest van m’n leven.” En dat waren dus vrijwel allemaal meesterwerkjes.

3000 liedjes. Ga er maar aan staan, alleen al om ze allemaal te beluisteren. Veel van die liedjes waren helemaal niet bedoeld voor de eeuwigheid. Ze zaten vaak in kinderprogramma’s zoals de Stratenmaker-op-zee-show en de opvolgers daarvan, of Sesamstraat, of Klokhuis. Ze werden binnen een week geschreven en gecomponeerd, opgenomen en uitgezonden, en dat was het dan. En toch maakte Bannink van al die one-offs dezelfde meesterwerkjes als van zijn bekendste liedjes. En die zijn er genoeg, bijvoorbeeld uit de musicals van Annie M.G. Schmidt of van tv-progamma’s als Ja zuster, nee zuster en ’t Schaep met de 5 pooten.

Hij kende zijn klassieken en hij wist precies welke stijl hij waarvoor kon gebruiken. Liefst zo dat muziek en tekst een beetje schuurden. Een liedje over poep en pies werd voorzien van een keurig barok-melodietje.

Kritisch was hij vooral op zichzelf, niet op anderen. Als een uitvoerende een verkeerde noot zong, zei de grote Bannink zonder enige ironie: “Ja, zo kan het inderdaad ook.” Alleen geschoolde zangers kon hij niet zo goed verdragen, die waren volgens hem vooral bezig met mooi zingen en niet met de muziek of de tekst. Maar een wel degelijk klassiek geschoold zanger als Frank Groothof, die de sfeer van Banninks liedjes goed aanvoelde, daar was niets mis mee. Met Groothof en pianist Dick van der Stoep maakte Groenteman trouwens ook nog een theatertournee van zijn podcast.

Op vrijdag 15 oktober 1999 nam Bannink definitief afscheid, nadat hij het al een jaar of vijf ‘rustig aan’ had gedaan (wat nog steeds neerkwam op een bizar hoge productie). Vier dagen later, op 19 oktober, overleed hij. Zoals Henny Vrienten in de podcast opmerkt heeft hij dus drie volle dagen van zijn pensioen genoten — al genoot hij waarschijnlijk meer van ieder liedje dat hij componeerde.

Gelukkig heeft Gijs Groenteman met zijn podcast een mooi monument opgericht voor de grootste Nederlandse componist ooit. En dankzij Gijs maar vooral Harry Bannink kan ik er voorlopig weer even tegen.

Harry, bedankt!